maandag 11 januari 2010

Verloren maandag en worstenbrood...


In Antwerpen (én omgeving) wordt sinds decennia jaarlijks de “Verloren Maandag”, de eerste maandag na Driekoningen, vandaag dus, gehandhaafd. In het kielzog van de feestdagen wordt de kilte van januari eensgezind op volkse wijze opgevangen met een eenvoudig culinair ritueel. Tot op heden staat niet vast wat hiertoe aanleiding gaf, maar het is een feit dat op deze bijzondere dag elke Antwerpenaar zich te goed doet aan geurig, smakelijk WORSTENBROOD!

Reeds geruime tijd vindt dit gebruik, op initiatief van ondernemende middenstanders, ook buiten “’t Stad” méér en méér navolging. Op “Verloren Maandag” beheerst in heel de provincie Antwerpen het worstenbrood de etalages van alle bakkerswinkels en verbruikzalen. Deze specialiteit die uitstekend past bij kil winterweer overal op massale bijval rekenen. Zeker als je hem opwarmt.

Voor de vervaardiging van dit bijzondere lekkers (te genieten als tussendoortje, doch ook als volwaardige maaltijd) werken ambachtelijke bakkers en beenhouwers nauw samen: traditie dient gerespecteerd te worden. Het beste gehakt wordt verwerkt in een luchtige deegkorst, om duimen en vingers af te likken. Dat zo’n kwaliteitsproduct ook de horeca-uitbaters niet koud laat, spreekt voor zich: op “ Verloren Maandag” verwennen zij, naar aloude gewoonte, hun vaste (en vaak ook minder vaste) klanten met worstenbrood. En voor wie meer van zoet houdt, zijn er heerlijke appelbollen.

Iedereen in het Antwerpse is vertrouwd met deze traditie. Niemand staat erbij stil en iedereen geniet gewoon. Toch is het interessant om even na te gaan waar dit gebruik eigenlijk vandaan komt. Waarom worstenbrood? Waarom worstenbrood op die specifieke maandag? En waarom wordt die maandag alom “Verloren Maandag” genoemd?

De ware toedracht van dit mysterie, blijft voorlopig een raadsel. Historische archieven en overlevering bieden diverse antwoorden op onze vragen, toch is de exacte herkomst van het worstenbrood en “Verloren Maandag” tot op heden niet bekend. Wel kunnen we, op basis van bekende feiten, u hierbij de meest waarschijnlijke opties duiden.


In de Middeleeuwen (15de eeuw) legden de ambtenaren op de eerste maandag na Driekoningen hun eed af. Die plechtigheid werd gevolgd door een feest. Om dat feest voor de stad betaalbaar te houden, kregen de ambtenaren een goedkoop vleesbroodje te eten. Aangezien de ambtenaren de rest van die dag niet meer werkten, werd die specifieke dag al gauw “Verloren Maandag” gedoopt.

Een variant op dit verhaal wil dat de in vroegere tijden erg machtige gilden rond het begin van de 18de eeuw hun nieuwjaarsfeest organiseerden op “Verloren Maandag”. Een ganse dag werd er gevierd, en kwamen de ambachtslui niet aan werken toe.

Verder is er in oude geschriften sprake van een “verzworen maandag”: een Lorreinse akte uit 1231 verhaalt over de “lundi parjure”, de dag waarop sommige ambtenaren hun eed aflegden. Deze aanduiding bleef echter niet beperkt tot de maandag na de eerste zondag na Driekoningen. Er wordt immers ook gesproken over de “verzworen maandag van Pasen“ of de “verzworen maandag van Kerstmis“. In Antwerpen wordt hiervan gewag gemaakt in een kerkrekening d.d. 1431, en later ook in een stadsrekening uit 1513. De eerste “Verloren Maandag” komen we tegen in 1730, te Leuven. Ook hierbij zou het gaan om een dag die “verloren” was: er werd niet gewerkt, omwille van de feestelijkheden ter gelegenheid van de eedaflegging der ambtenaren.

Ook het voorlezen van gildenboeken, met daarin de rechten en plichten der ambachtslui, zou tot een “Verloren Maandag” geleid hebben. Hierna, zo wordt gesteld, zou de patroon zijn gildenleden immers op een borrel vergast hebben. Dit gebruik was naar verluidt vooral in Antwerpen in zwang. In andere gemeenten gingen gildenleden van deur tot deur de nieuwjaarswensen aanbieden, in naam van hun patroon. Het lijkt vrij veilig te veronderstellen dat ook dit aanleiding gaf tot herbergbezoek en werkverzuim. In andere gewesten gelden voor soortgelijke dagen andere benamingen: “weversmaandag” in de Westhoek, “koppermaandag” in Nederland. “Kopperen” had namelijk de betekenis: “zich tegoed doen aan spijs en drank”.

Verondersteld wordt dat het voornoemde georganiseerde herbergbezoek de herbergiers op ideeën bracht. Zo zouden zij nagestreefd hebben hun klanten zo lang mogelijk in hun zaak te houden, dit onder meer door te zorgen voor een hapje. En mocht dat lekkers bovendien de dorst aanwakkeren, dan zou dat mooi meegenomen zijn! In samenwerking met slagers en bakkers trakteerden de herbergiers hun klanten dan ook op gebraden vlees en versgebakken brood. Om dit alles economisch verantwoord te houden, werd geopteerd voor goedkope, vette vleessoorten, bij voorkeur worst. Om het vet van dit vlees enigszins op te slorpen, werden de worsten verpakt in deeg, en zo opgediend. De herbergbezoekers aten de worst, en het van vet doordrongen brood werd, aan de hond gegeven…

Andere bronnen verwijzen dan weer naar de Antwerpse haven. Traditioneel mochten de havenarbeiders op de maandag na de eerste zondag na Driekoningen op kosten van de natiebazen… drinken! Daarbij werd hen iets warms te eten aangeboden, samengesteld uit ‘onverkoopbaar’ vlees, en brood. Dat “verloren brood“ zou dan aan de oorsprong liggen van de specifieke naam van die dag.


Het eten van écht worstenbrood, zoals wij dat nu kennen, zou pas opgekomen zijn rond 1880, en dan nog slechts sporadisch. Een eerste spoor wordt aangetroffen in het boek van Edward Poffé: “ Plezante mannen in een plezante stad”. Pas na de Tweede Wereldoorlog zorgde het worstenbrood bij de bakker voor een grote toeloop op “ Verloren Maandag”. Tot op heden werd deze lekkere traditie gehandhaafd, alhoewel worstenbrood nu het ganse jaar door vlot verkrijgbaar is.

In de zestiger jaren was in het Antwerpse een worstenbroodmaaltijd gebruikelijk op “Verloren Maandag”. Later werd in herbergen worstenbrood gratis aangeboden, om de dorst op peil te houden. Nog later zouden ook heel wat bedrijven mee gaan doen: op “Verloren Maandag” werd het lunchpakket, al dan niet op kosten van de baas, door één of meerdere worstenbroden vervangen.

Wat ook de oorsprong van de term “ Verloren Maandag” en van het worstenbrood mag zijn, feit is dat in gans de stad Antwerpen, en vér daarbuiten, op deze bijzondere dag worstenbrood een belangrijke plaats op het menu inneemt, en dit zowel thuis en op het werk, als in de betere verbruikslokalen.

Bovendien zijn er sfeervolle alternatieven: wie géén klassiek worstenbrood lust, kan een meer exotische variant uitproberen. Naast worstenbrood met dubbele worst, is er zo bijvoorbeeld ook worstenbrood met andere vleessoorten, met witloof, enz. Verder zijn er ook de bekende appelbollen, die op “Verloren Maandag” een uitweg bieden voor wie zoeter gebekt is.

In elk geval staat vast dat op “Verloren Maandag” culinaire kwaliteit extra in de verf gezet wordt: niet voor niets is worstenbrood een eindproduct van de samenwerking tussen ambachtelijke slagers en bakkers. En een gedegen ondersteuning van dit product, door gratis verspreiding via de horecakanalen, houdt deze smakelijke traditie ook vandaag nog springlevend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten